1. Activa-gedekte zekerheid:
Veel obligaties worden gedekt door tastbare activa van de uitgevende partij. Denk bijvoorbeeld aan bedrijfsobligaties die zijn gedekt door vastgoed, machines of andere waardevolle eigendommen. In het onwaarschijnlijke geval van wanbetaling hebben obligatiehouders hierdoor een claim op deze activa, wat de kans op terugbetaling vergroot. Deze zekerheidsstructuur biedt een extra laag vertrouwen, vooral voor beleggers die risico willen vermijden, doordat het de onzekerheid rondom de investering verkleint.
2. Voorspelbare inkomstenstroom:
In tegenstelling tot aandelen, die mogelijk geen dividend uitkeren, bieden obligaties doorgaans vaste rente-uitkeringen, ook wel couponbetalingen genoemd. Deze stabiele kasstroom maakt obligaties bijzonder aantrekkelijk voor beleggers die waarde hechten aan zekerheid, zoals gepensioneerden of mensen met vaste financiële verplichtingen. Bovendien presteren obligaties vaak goed in tijden van economische onzekerheid, doordat beleggers dan overstappen op minder risicovolle activa en zo hun kapitaal behouden.
3. Een veiligere beleggingsoptie:
Tijdens financiële onrust proberen beleggers hun vermogen te beschermen door kapitaal weg te halen uit risicovolle activa zoals aandelen en juist te verplaatsen naar veilige havens zoals obligaties. Dit zogenoemde ‘vluchten naar veiligheid’ leidt tot hogere vraag naar obligaties, wat hun koersen opdrijft. Daarnaast verlagen centrale banken vaak de rente tijdens economische teruggang om groei te stimuleren. Hierdoor worden bestaande obligaties met hogere rentes aantrekkelijker, wat hun waarde doet stijgen. Deze omgekeerde relatie tussen obligaties en aandelen onderstreept de rol van obligaties als stabiliserende kracht bij marktturbulentie.
Door obligaties aan te houden, probeer je niet te concurreren met aandelenrendementen, maar de risico’s in balans te brengen. Stabiliteit en voorspelbaarheid zijn van onschatbare waarde in onzekere markten.